Wanneer een werknemer betrokken raakt bij een ongeval waarvoor een derde aansprakelijk is en hij als gevolg van dit ongeval arbeidsongeschikt raakt, lijdt ook de werkgever schade. In artikel 6:107a BW is de wettelijke grondslag voor het verhalen van loonschade vastgelegd. Dit betreft een rechtstreeks en zelfstandig (eigen) vorderingsrecht op de veroorzaker. Voor verhaal op grond van 6:107a moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Er is een aansprakelijke derde;
- De werknemer is (tijdelijk) arbeidsongeschikt als gevolg van het ongeval/voorval/incident;
- De werkgever heeft een loondoorbetalingsverplichting.
In lid 1 van dit artikel is bepaald dat de rechter bij het vaststellen van de schadevergoeding van het slachtoffer zelf rekening houdt met de loondoorbetaling door de werkgever. Het slachtoffer lijdt hierdoor minder schade.
Uit lid 2 volgt dat de werkgever het loon dat zij tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid aan de werknemer moet doorbetalen, kan verhalen op de aansprakelijke partij. Dit regresrecht wordt beperkt door het “civiel plafond”. De wetgever omschrijft dit in lid 2 als volgt:
“…doch ten hoogste tot het bedrag, waarvoor de aansprakelijke persoon, bij het ontbreken van de loondoorbetalingsverplichting aansprakelijk zou zijn…” Artikel 107a lid 2 BW
Concreet betekent dit dat de werkgever alleen het netto loon kan verhalen. Het zogenaamde bruto-gedeelte kan helaas niet worden verhaald. De aansprakelijke partij zou bij vergoeding hiervan namelijk meer aan de werkgever moeten betalen dan aan de werknemer wanneer deze zelf de schade zou hebben gevorderd.
In lid 3 van artikel 6:107a BW is vastgelegd dat de werkgever, naast het netto doorbetaalde loon, ook recht heeft op vergoeding van de redelijke kosten ter bevordering van de re-integratie van de werknemer.
Uit lid 4 blijkt dat wanneer een andere medewerker aansprakelijk is, de werkgever slechts (loon)schade kan vorderen als er sprake was van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de aansprakelijke medewerker.